De darmbacterietest die inzicht geeft in je gezondheid
- Microbioom test kit
- 16S analyse
- Op wetenschap gebaseerde inzichten
Leer meer
over de microbiota
Laatst gewijzigd 27-2-2025
Je bent geïnteresseerd geraakt in de gezondheid van jouw microbioom. Misschien heb je darmklachten, PDS of wil je je algemene gezondheid verbeteren. Met een microbioomtest krijg je een volledig inzicht in hoe jouw microbioom eruitziet. In dit artikel beschrijven we hoe een gezond en minder gezond microbioom. De verdeling op deze pagina is hetzelfde als het rapport met de testresultaten:
Tot slot vind je in het rapport ook welk enterotype jij hebt.
Een diverse en gebalanceerde microbiota betekent dat er veel variatie in bacteriesoorten is. Er zijn twee factoren die dit bepalen: de bacteriesoortenverdeling en de bacteriesoortenrijkdom.
Met soortenverdeling bedoelen we de verhouding van verschillende bacteriesoorten. Hoe beter de verhouding, des te meer je microbiota in balans is. Met soortenrijkdom bedoelen we de hoeveelheid verschillende bacteriesoorten. Hoe meer soorten er in je microbiota leven, des te hoger de diversiteit is:
Vier verschillende situaties van diversiteit in de microbiota. Elke kleur representeert een andere bacteriesoort. Links zie je een optimale diversiteit van een microbiota: er leven veel verschillende bacteriesoorten in gelijke verhouding, zonder dat één soort de overhand heeft of domineert (A). Bij een lagere soortenrijkdom leven er minder verschillende soorten, maar wel in gelijke verhouding. Er is geen bacterie die domineert (B). Bij een lagere soortenverdeling leven er wel veel verschillende soorten, maar in ongelijke verhouding. De roze bacterie domineert (C). Rechts is zowel de soortenrijkdom als - verdeling laag: er leven weinig verschillende soorten en in ongelijke verhouding. Je ziet dat de roze bacterie domineert (D).
Je kunt het microbioom zien als een regenwoud: bomen en planten werken samen om een bloeiend ecosysteem te vormen. Leven er veel verschillende soorten groen, dan bloeit en bruist dat ecosysteem (gezond). Maar groeien er slechts enkele bomen, dan is het ecosysteem eenzijdig, waardoor het niet sterk staat in verschillende, heftige weersomstandigheden (droogte, kou, storm). Hetzelfde geldt voor je microbioom: groeien er enkele bacteriesoorten, dan heb je een eenzijdige microbiota. Maar leven er veel verschillende bacteriesoorten in een gelijke verhouding, dan is de diversiteit hoog en balans goed. Je kunt de heftige weersomstandigheden vervangen door ziekten of een antibioticakuur.
Wanneer er veel soorten in je darmen groeien, zullen er ook genoeg aanwezig zijn om veel verschillende nuttige functies te vervullen – en zo je (darm)gezondheid in stand te houden. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat een diverse microbiota de kans op aandoeningen zoals obesitas, diabetes type 2 en inflammatoire darmziektes (IBD) verlaagt. En een lage diversiteit is in verband gebracht met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.
Wat zie ik in mijn testresultaten?
In je rapport krijg je een diversiteitsscore met uitleg en tips. De diversiteitsscore is gebaseerd op hoe goed jouw soortenverdeling en -rijkdom eruitziet. Een gezond microbioom is divers met veel verschillende bacteriesoorten in een gelijke verhouding! Heb je een lage diversiteit, dan is er mogelijk een disbalans in je microbioom. Je ontvangt uitleg en handvatten voor voeding en levensstijl om deze score te verbeteren.
In de dikke darm fermenteren de darmbacteriën voedingsvezels. In dit proces worden onder andere korte-keten vetzuren (KKVZ) geproduceerd. Deze KKVZ (butyraat, propionaat en acetaat) dienen als energiebron voor andere bacteriën en zijn ontzettend belangrijk voor veel verschillende lichaamsprocessen. De bacteriën die deze KKVZ produceren noemen we energieproducerende bacteriën en kunnen we onderverdelen in 1) butyraat-, 2) propionaat- en 3) acetaatproducerende bacteriën.
Faecalibacterium prausnitzii is een veelvoorkomende butyraatproducerende bacterie. Het geproduceerde butyraat versterkt de darmwand, vermindert ontstekingen en bevordert ons afweersysteem. Om zijn functie goed uit te voeren, is het belangrijk dat F. prausnitzii genoeg voedingsvezels krijgt.
Akkermansia muciniphila is een propionaatproducerende bacterie. De productie van propionaat gebeurt indirect: A. muciniphila zet eerst het slijm (mucine) van de darmwand om in acetaat. Acetaat wordt vervolgens door andere darmbacteriën omgezet in propionaat, dat dient als energiebron en bijdraagt aan de suikerstofwisseling en het reguleren van een verzadigd gevoel na het eten. Alleen bij voldoende mucine in de darmen kan A. muciniphila optimaal functioneren. De voedingsvezel inuline is een prebioticum dat de darmwand en -slijmlaag versterkt en indirect de mucineproductie stimuleert. Hoe meer mucine er beschikbaar is voor A. muciniphila, des te meer propionaat (energie) er zal worden aangemaakt.
Bijna alle darmbacteriën produceren het vetzuur acetaat, dus je zal niet snel een tekort aan deze bacteriën ontwikkelen. Daarom gaan we in het rapport niet in op acetaatproducerende bacteriën.
Wat zie ik in mijn testresultaten?
In je rapport zie je de scores van de hoeveelheid butyraat- en propionaatproducerende bacteriën. Een gezond microbioom heeft hoge scores van beide groepen (zonder dat het je diversiteit verslechtert). Lage scores voor energieproducerende bacteriën kan op den duur leiden tot bijvoorbeeld darmontstekingen of een verstoorde bloedsuikerspiegel.
Voor beiden krijg je ook te zien hoe goed je voeding of levensstijl op dit moment aansluit bij het stimuleren van de groei van deze twee soorten. Je ontvangt handvatten om de scores te verbeteren indien nodig.
Bacteriën zijn niet zo zeer 'goed' of 'slecht', maar eerder 'nuttig' of 'ongewenst'. Sommige bacteriën kunnen namelijk een rol spelen in gezondheidsproblemen, en worden daarom als ongewenst beschouwd als ze overmatig aanwezig zijn. We hebben het hier onder andere over 1) waterstofsulfideproducerende bacteriën, 2) proteobacteriën en 3) 5 specifieke soorten die in verband staan met ziektes.
Waterstofsulfideproducerende bacteriën zetten sulfaat om in waterstofsulfide, een gas dat van nature voorkomt in darmen. Hoewel dit gas nuttig is, kan een overmaat leiden tot ontstekingen en darmziektes. Een overgroei van sulfaatreducerende bacteriën zoals Bilophila wadsworthia of Desulfovibrio kan vervelende aandoeningen veroorzaken (zoals inflammatoire darmziekten).
Proteobacteriën vormen een grote en diverse bacteriegroep. Wanneer in overmaat aanwezig, kunnen proteobacteriën op den duur voor ontstekingen zorgen. Een bekende uit deze groep is Escherichia coli, die in hoge mate voor diarree en spijsverteringsproblemen kan zorgen.
Daarnaast zijn er vijf specifieke soorten welke bekend staan om de gezondheidsproblemen die ze kunnen veroorzaken. De manier waarop ze de gezondheid beïnvloeden verschilt per bacterie. Clostridioides difficile, bijvoorbeeld, komt van nature voor in de darmen, maar als deze de overhand neemt (domineert) – bijvoorbeeld na een antibioticakuur – kan je ernstige diarree en darmontstekingen krijgen.
Deze situatie legt uit hoe een specifieke soort het microbioom kan gaan domineren. Een antibioticakuur doodt bepaalde bacteriesoorten (of remt de groei ervan). Antibiotica maken geen onderscheid tussen gewenste en ongewenste bacteriën. Hierdoor kan het microbioom tijdens en na een antibioticakuur uit balans raken. De bacteriën die nog wel leven, kunnen de kans grijpen om harder te gaan groeien. De bekende ziekteverwekker C. difficile doet dit bijvoorbeeld, waardoor een C. difficile infectie (CDI) kan ontstaan. De klachten van CDI variëren tussen milde diarree en misselijkheid tot aan hevige ontsteking van de dikke darm (colitis).
Wat zie ik in mijn testresultaten?
In je testrapport ontvang je scores voor de hoeveelheid waterstofsulfideproducerende bacteriën, proteobacteriën en de vijf specifieke soorten. Je ontvangt handvatten en uitleg hoe je met voeding en levensstijl de scores kan verlagen (indien nodig).
Lees ook: Heb ik een verstoord microbioom?
Veel bacteriën zijn nuttig en leiden allerlei processen in je darmen (en andere organen) in goede banen. Deze nuttige bacteriën kunnen we ruwweg onderverdelen in vier groepen: 1) hoeksteensoorten, 2) gasproducerende bacteriën, 3) lactaatproducerende bacteriën en 4) mucine-omzettende bacteriën.
Darmbacteriën die onder de ‘hoeksteensoorten’ vallen, dragen een hoop verantwoordelijkheid: ze communiceren met andere organen (zoals de lever), reguleren de opname van voedingsstoffen en verminderen ontstekingen. Hoeksteensoorten doen dit onder andere door de groei en functie van andere nuttige bacteriën te stimuleren. Je kunt ze beschouwen als de generaal die een groep soldaten (andere bacteriën) leidt en coördineert.
Eubacterium rectale is een hoeksteensoort die veel butyraat - groeivoeding voor andere bacteriën - produceert. Op deze manier ondersteunt E. rectale een hoop nuttige processen in de darmen.
Gasproducerende bacteriën fermenteren voedingsvezels, waarbij gassen zoals kooldioxide, waterstof, methaan en waterstofsulfide ontstaan. Dit zijn nuttige gassen.
Voedingsvezels worden in de dikke darm gefermenteerd door bacteriën, waarbij nuttige gassen zoals koolstofdioxide, methaan en waterstof vrijkomen. Sommige bacteriën gebruiken deze gassen voor belangrijke lichaamsprocessen.
Hoewel gasproductie normaal (en nodig) is, kan een teveel darmklachten veroorzaken, zoals een opgeblazen gevoel of overmatige winderigheid. Sommige gasproducerende bacteriën kunnen zelfs ontstekingen of verstoringen in de darmbeweging (peristaltiek) veroorzaken, wat mogelijk een rol speelt bij PDS en IBD. De hoeveelheid gas hangt af van het type vezels in de dikke darm:
Beide vezels zijn belangrijk! Door ze te combineren, zoals havermout (oplosbaar) met volkorenproducten (onoplosbaar), vertraag je de fermentatie en verminder je ongemakken.
Lactaatproducerende bacteriën maken tijdens het fermenteren van melksuikers melkzuur (lactaat). Lactaat is nuttig, want het verlaagt de zuurtegraad in de darmen, waardoor pathogenen minder de kans krijgen om te groeien en nuttige bacteriën juist meer. Lactaat dient ook als energiebron voor andere (gewenste) bacteriën, waaronder de energieproducerende soorten.
Een lage hoeveelheid van lactaatproducerende bacteriën kan de groei en activiteit van energieproducerende bacteriën verlagen, wat een hoop lichaamsprocessen zal verstoren. Maar ook een overvloed aan deze bacteriën is niet gewenst.
Een voorbeeld is Lactobacillus, die van nature voorkomt in gefermenteerde voedingsmiddelen, zoals yoghurt, zuurkool, zuurdesem en kefir. Maar ook Bifidobacterium en Enterococcus horen bij deze groep bacteriën.
Mucine-omzettende bacteriën spelen een belangrijke rol in het behoud van een gezonde darmfunctie: mucine is het belangrijkste bestanddeel van de slijmlaag die de darmwand bedekt en beschermt. Bepaalde bacteriën zijn gespecialiseerd in het afbreken van mucine. Dat proces draagt bij aan een sterke darmwand, remt het binnendringen van pathogenen en verkleint de kans op ontstekingen.
Bij een lage hoeveelheid mucine-omzettende bacteriën zal de aanmaak van nieuw slijm afnemen. De slijmlaag wordt daardoor steeds ouder, slapper en niet meer goed in staat om te beschermen tegen pathogenen. Bij een hoge hoeveelheid van deze bacteriën wordt er zó veel slijm opgegeten, dat de aanmaak ervan niet snel genoeg is. Hierdoor wordt de slijmlaag rondom de darmwand alsmaar dunner en vatbaarder voor ontstekingen. Daarom is een evenwichtige hoeveelheid van mucine-omzettende bacteriën belangrijk.
Voorbeelden van mucine-omzettende bacteriën zijn Bacteroides vulgatus, Bifidobacterium longum en Akkermansia muciniphila.
Wat zie ik in mijn testresultaten?
In je testrapport ontvang je scores voor de hoeveelheid hoeksteensoorten, gasproducerende, lactaatproducerende en mucine-omzettende bacteriën. Een tekort aan deze bacteriegroepen kan leiden tot constipatie, een opgeblazen gevoel, of zelfs darmontstekingen. Maar ook een overschot aan deze groepen kan vervelende gevolgen hebben – ondanks hun nuttige activiteiten. Zo kan je buikpijn en overmatige winderigheid ontwikkelen. In het rapport lees je een uitgebreide uitleg over deze groepen, de bacteriën die hieronder vallen en in welke mate deze aanwezig zijn. We geven je tips om de scores te verbeteren. Alles voor een gezond microbioom!
Tot slot beschrijft het rapport welk enterotype jij hebt.
De samenstelling aan darmbacteriën van mensen kunnen we onderverdelen in drie groepen, enterotypes genaamd. Je kunt de enterotypes vergelijken met een bloedgroep; elk heeft een eigen samenstelling met verschillende eigenschappen.
Je enterotype wordt bepaald door de bacteriën die je als kind tegenkomt, zoals in voeding. Later in je leven kan je enterotype veranderen als je structureel andere voeding gaat eten.
Het microbioom van je darmen is best complex. Het kan dus knap lastig zijn om zelf uit te vogelen waar jouw specifieke klachten vandaan komen. Een microbioomtest kan jou daarbij helpen. In dit artikel las je wat voor resultaten je van de test kan verwachten. Als je wil weten hoe de microbioomtest van MyMicroZoo precies werkt, lees dan verder op deze pagina.
Alcazar, M., Escribano, J., Ferré, N., Closa-Monasterolo, R., Selma-Royo, M., Feliu, A., ... & Balcells, E. (2022). Gut microbiota is associated with metabolic health in children with obesity. Clinical Nutrition, 41(8), 1680-1688 https://doi.org/10.1016/j.clnu.2022.06.007
Frank, D. N., St. Amand, A. L., Feldman, R. A., Boedeker, E. C., Harpaz, N., & Pace, N. R. (2007). Molecular-phylogenetic characterization of microbial community imbalances in human inflammatory bowel diseases. Proceedings of the national academy of sciences, 104(34), 13780-13785 https://doi.org/10.1073/pnas.0706625104
Larsen, O. F., & Claassen, E. (2018). The mechanistic link between health and gut microbiota diversity. Scientific reports, 8(1), 2183 https://doi.org/10.1038/s41598-018-20141-6
Lozupone, C. A., Stombaugh, J. I., Gordon, J. I., Jansson, J. K., & Knight, R. (2012). Diversity, stability and resilience of the human gut microbiota. Nature, 489(7415), 220-230 https://doi.org/10.1038/nature11550
Ni, J., Wu, G. D., Albenberg, L., & Tomov, V. T. (2017). Gut microbiota and IBD: causation or correlation?. Nature reviews Gastroenterology & hepatology, 14(10), 573-584 https://doi.org/10.1038/nrgastro.2017.88
Ott, S. J., Musfeldt, M., Wenderoth, D. F., Hampe, J., Brant, O., Fölsch, U. R., ... & Schreiber, S. (2004). Reduction in diversity of the colonic mucosa associated bacterial microflora in patients with active inflammatory bowel disease. Gut, 53(5), 685-693 http://dx.doi.org/10.1136/gut.2003.025403
Takeuchi, T., Kubota, T., Nakanishi, Y., Tsugawa, H., Suda, W., Kwon, A. T. J., ... & Ohno, H. (2023). Gut microbial carbohydrate metabolism contributes to insulin resistance. Nature, 621(7978), 389-395 https://doi.org/10.1038/s41586-023-06466-x
Tilg, H., Moschen, A. R., & Kaser, A. (2009). Obesity and the microbiota. Gastroenterology, 136(5), 1476-1483 https://doi.org/10.1053/j.gastro.2009.03.030
KvK nummer: 65867637
Deze website maakt gebruik van essentiële cookies om de werking te garanderen. Om onze website verder te optimaliseren verzoeken wij u het gebruik van alle cookies te accepteren.
Meer informatie